Heeft u een kelder? Controleer deze dan op vocht!

Thuis bij… Jan Kroon

Jan en zijn vrouw wonen alweer bijna 30 jaar in Jeruzalem. Ooit begonnen ze samen in een appartementje 6 hoog in de Kruidenbuurt. “Ik heb altijd gezegd, als ik dit appartement op kan pakken en ergens anders op de begane grond kon zetten zou ik het doen”, vertelt Jan. “Met de flat op zich was niks mis maar ik miste een tuin en zat daar te ver van mijn familie af.”  Ze verhuisden naar Jeruzalem en toen de woningen daar een paar jaar terug gerenoveerd werden kregen ze de kans om te verhuizen naar een hoekwoning in dezelfde straat met een grotere tuin.

Eieren uit eigen tuin
“Dit kwam als een geschenk! Deze woningen zijn van binnen helemaal vernieuwd. De oude woningen zijn gedemonteerd, je had woningen waar alleen de buitenmuren nog van bleven staan. Dus eigenlijk wonen we nu in nieuwbouw. Vogels zijn mijn grote hobby; kippen en parkieten. Nu hebben we een grote tuin waar de kippen rond kunnen lopen. De kleinkinderen zijn er dol op. En met Pasen schilderen ze de eieren die we zelf geraapt hebben.”

Veranderingen
De wijk is aan het veranderen en ook de bewoners zijn anders dan toen Jan hier kwam wonen. In het begin was er een vaste groep bewoners die veel met elkaar op trok. In de zomer of met oud en nieuw kwam iedereen bij elkaar. Lekker buiten met een muziekje erbij. “Nu zijn we nog het enige huurhuis in deze rij, verder zijn het alleen maar koopwoningen. Daar is veel jeugd komen wonen maar daar kunnen we het ook prima mee vinden. De oude club viel een beetje uit elkaar.”

Nooit meer weg
Jan en zijn vrouw willen nooit meer uit Jeruzalem weg. “Alleen tussen 6 planken. Vanwege de locatie maar ook omdat we goede ervaringen met Tiwos hebben. De lijntjes zijn kort en als we bellen dan wordt ons verhaal gehoord en komt er iemand om het op te lossen. Waarom zouden we dan naar een ander gaan?” En het blijft een heerlijke buurt om te wonen. “Ik kijk mijn raam uit en kijk tegen de schepen aan. Vanaf mijn bank zie ik de jachten voorbij varen. Dan wil je toch niet meer weg? Natuurlijk niet!”